Ik doe een poging... De eerste briefschrijver (naam en adres bekend) houdt er misschien (na een grondige tweede lezing) wel een poly levensstijl op na, maar formuleert het nogal cru.
Een paar citaten:
'Mijn drijfveren tot seksuele ontrouw zijn variatie, nieuwsgierigheid en het feit dat je een vrouw het best leert kenen door met haar te slapen'
'Mijn partners ben ik altijd geestelijk trouw maar nooit seksueel; ik hou hen volledig op de hoogte van mijn seksuele exploten (en zij mij).'
'Mijn ex-partner koos voor een monogaam huisje-boompje-beestjeleven dat mijns inziens op den duur botst met de realiteit. Ik behoud mijn trots en heb mijn principes niet verloochend.'
'Het nastreven van zintuiglijke geneugten is het mooiste wat een mens in zijn leven kan ondernemen, (...)'
'Ook dit nog: de verkondigers van seksuele trouw zijn vaak onaantrekkelijk, ze maken van hun nood een deugd.'
Ik denk dat ik vooral mijn wenkbrauwen optrok omdat het hier zo volledig op de seksuele kant van de zaak focust. Oké, de briefschrijver is zijn partners 'geestelijk trouw' en hij spreekt over openheid, maar toch... En als ik het nog grondiger lees, noemt hij zichzelf natuurlijk niet poly, maar in het begin van zijn brief heeft hij het over 'monogamie, polyamorie en vrije liefde.' dus het woord is wel blijven hangen en ik heb het onbewust geassocieerd met wat hij voor de rest schreef.
De brief in de HUMO van deze week reageert op de vorige brief. Die noemt de vorige briefschrijver dan weer 'misogyn'. Het woord polyamorie valt niet, maar de schrijver kan zich niet indenken dat iemand twee relaties naast elkaar kan hebben.
Het leek me een kans om polyamorie op een nuchtere manier in beeld te brengen...
Bronwyn