Dit schreef iemand op een Nederlandse site:
Zojuist las ik dat artikel over polyamorie en ik kan het niet helpen, maar al lezende, rezen mij de haren te berge. Dit stukje, niets anders dan euforie over polyamorie oftewel, over hoe erg je verliefd kunt zijn op een man/vrouw die níet je echtgenoot/note is. Legitiem vreemdgaan in het geval van Ageeth en Peter, want beide partners van deze polyamorie-bedrijvers zijn op de hoogte van hun amoureuze gevoelens voor elkaar en zijn daarin unaniem: ze willen niet anders. (lees ook: kunnen niet anders)
Natuurlijk, er waren redenen te over om het te laten: polyamorie is zo moeilijk, zo zwaar, zo emotioneel, zo bla, bla, bla, maar ik zie het zo: het is gewoon slikken of pikken. Doe je dat niet, staat je nog heel wat ellende te wachten, maar zéker niet de goede ontwikkeling die je als polyamorisch mens wél kunt doormaken.
Zo'n ontwikkeling zoals Ageeth die heeft doorgemaakt, ja, dat willen we allemaal wel. Goddelijke seks ervaren, een man zoals Peter, die je met een paar oppeppers en mantra's van je meer dan dertig jaar durende minderwaardigheidscomplex af helpt. En niet zo'n klein beetje grondig. Mentaal is Ageeth zo erg gegroeid dat zij nu eindelijk haar lijf durft te showen en niets verhullende badkleding durft te dragen. En dan niet zomaar een badpak, maar een bikini van Marlies nog wel!
Allemaal geweldig voor Ageeth, maar ik denk dan bij mezelf: arme Marnix, waar heb jij dan al die jaren naast gelegen? Samen zorgen en genieten, al die goede gesprekken bij de open haard, die kostbare wijn die je haar geschonken hebt, het was nog niet genoeg om ook maar een klein beetje hartstocht op te wekken. En dan lees je zo'n stukje, wat een domper, wat zeg ik: een mes in je rug. Nee, beste polyamoristen, de persoonlijke ontwikkeling die Marnix heeft doorgemaakt, dat lijkt mij toch veel bewonderenswaardiger.
Want duidelijk is het wel, hoe uitgekeken je kunt zijn op je eigen partner en zomaar verliefd kunt raken op een ander. Nou ja, zomaar is niet helemaal het juiste woord in dit geval. Want eerst was er een (zakelijk) e-mailcontact, daarna volgde pas de ontmoeting. Toen een feest. Elkaar diep in de ogen kijken. Op hol slaan. De rest volgde vanzelf. Niets nieuws dus, want zo gaat het altijd wanneer je huwelijk verworden is tot een gigantische sleur. En dan biedt polyamorie wel uitkomst natuurlijk. En als je tot overmaat van ramp ook nog op seksueel gebied niets meer voor elkaar kunt betekenen, dan ben je helemaal gevoelig voor iemand die leuker is, spannender, jonger misschien, maar bovenal charismatischer dan je eigen saaie vent. Als was ben je, in de handen van zo'n avontuurlijke en dominante polyamorist, daar val je natuurlijk als een blok voor. Tot zover komt het allemaal wel helder over. Voor mij althans.
Maar toch miste ik iets in dit verhaaltje. En dat terwijl degene die het geschreven heeft, haar uiterste best heeft gedaan om haar kennis over polyamorie te verspreiden. Nou, denk ik dan, we zijn niet allemaal economisch onderlegd, hoor. Best interessant zo'n stukje, maar leg dan wel eerst even uit dat polyamorie iets ánders is dan polygamie of polyandrie. Een polygamist is géén polyamorist in de ware zin van het woord, want laatstgenoemde kiest alleen voor de lusten, maar niet voor de lasten.
Maar bedenk ik me dan ook, misschien ook maar beter van niet. Laat maar zitten die uitleg, Ageeth. Polyamorie moeten we niet willen verheerlijken. Polygamie ook niet. Want dan krijgen we hier Afrikaanse toestanden, veelwijverij en nog meer van dat soort rituelen. En dat moeten we ook niet willen: terug naar af. Voor je het weet, wonen we in plaggenhutjes, koken we in groepsverband en hebben we kinderen van wel tien verschillende mannen. Met alle gevolgen vandien.
Wellicht dat er onder ons mensen zijn die zo polyinterpretabel zijn, de kinderen van Ageeth bijvoorbeeld, maar ík niet. Noem mij maar bekrompen, polyminder of polyvalent desnoods, maar ik zeg jullie dit:aan mijn lijf geen polynaise, in mijn hart slechts ruimte voor één!